afkoelen (koeler worden)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De wind trekt aan en het koelt af tot een graad of 14.

Vul de brander pas als deze helemaal is afgekoeld, en doe dit niet op de tafel.

Laat de bietjes iets afkoelen.

De man was duidelijk onder invloed en mocht een nachtje afkoelen in de cel.

Houdt ze afstand, dan kan de relatie snel afkoelen.

De wind wordt zwak, waardoor het goed kan afkoelen.

Obsidiaan is vulkanisch glas dat ontstaat als een lavastroom snel afkoelt.

Het zijn de eerste tekenen dat de vraag naar vastgoed aan het afkoelen is.

Intensieve neerslag kan de middelbare en onderste luchtlagen doen afkoelen.

Het verduisterde de aarde, en daardoor koelde het sterk af.

En het voedsel koelde snel af.

De toch al niet zo warme verhoudingen tussen de bouwers koelden verder af.

Een speler die aan de kant moet gaan staan, kan afkoelen en zal beseffen dat hij zijn ploeg benadeelt.

Het gaat hierbij flink afkoelen bij minima rond gemiddeld 2 graden.

Roer geregeld, zodat het eten gelijkmatig kan afkoelen.

Die dingen moeten zo lang afkoelen.

Door de aanvoer van warme lucht koelt het slechts traag af.

Nadat de man was afgekoeld onderwees zij haar verbaasde echtgenoot, en de kunst was geboren.

Als het ijs nog verder afkoelt, raakt uiteindelijk ook de buitenste laag helemaal vastgevroren.

Als je dan stopt met lopen, ga je te vlug te sterk afkoelen.

Invriezen kan ook, dan moet je ze wel eerst goed laten afkoelen, zodat je geen ijs op je eten krijgt.

Je wordt één met de natuur, terwijl je staat af te koelen met uitzicht op een dobberende fuut.

Bak een beetje bruin en laat afkoelen.

Komende nacht koelt het af naar 16 graden.

In de douche hebben we haar helpen afkoelen in afwachting van de hulpdiensten.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

aarde

bodem

economie

geheel

lichaam

lucht

markt

mengsel

planeet

relatie

(3 meer)

pronomen

die

dit

het

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

substantief

een beetje

... graden

... minuten

adverbium

amper

behoorlijk

fel

flink

fors

gestaag

goed

helemaal

iets

landinwaarts

(12 meer)

prepositiegroep

in:

koelkast

water

tot:

... graden

kamertemperatuur

temperatuur

op:

...

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

tot:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij afkoelen?

doen

gaan

kunnen

laten

moeten

mogen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

iemand koelt af

  • subject
  • object
  • verbum finitum
  • scheidbaar deel
  • bepaling
  • voorzetselobject
  • n.n.
  • verbale aanvulling
  • 1
    het koelt af
          het wordt koeler
        • 2
          iets of iemand koelt af
          • aarde
            • De aarde koelde 16 graden af.
          • atmosfeer
            • In de ' kleine ijstijd ' , een periode tussen grofweg 1570 en 1700 , koelde de atmosfeer met gemiddeld twee graden af , zelfs vier graden in vergelijking met de warme dagen van de late middeleeuwen .
          • bodem
            • De inversie ontstaat doordat de bodem sneller afkoelt dan de lucht erboven.
          • geheel
            • Nadat de hittebron is uitgeschakeld dient het geheel rustig af te koelen tot kamertemperatuur.
          • huid
            • Als het vocht verdampt koelt de huid af.
          • kind
            • Kinderen koelen af in een fontein in Nice.
          • klimaat
            • Na grote vulkaanerupties koelt het klimaat wereldwijd af.
          • lichaam
            • Op de boot zit u stil en koelt uw lichaam snel af.
          • lucht
            • Als de warme lucht afkoelt treedt condensatie op.
          • planeet
            • Blijkbaar kwam het leven op aarde snel tot bloei nadat de planeet was afgekoeld .
          • water
            • Het water koelt daar namelijk minder snel af.
              iets of iemand wordt koeler
            • 3
              iets economie, markt koelt af
              • economie
                • De economie zal dan afkoelen en weer naar de trend terugkeren .
              • markt
                • Toch zijn er tekenen dat de markt afkoelt .
              • vastgoedmarkt
                • De oververhitte vastgoedmarkt , vooral in en om Londen , koelt snel af .
                  iets wordt weer rustiger na te snelle groei en sterke prijsstijgingen
                  • De economie in de eurozone koelt af nadat in 2017 de snelste groei in een decennium werd behaald .
                  • (meer voorbeelden)
                • 4
                  iemand koelt af
                  • man
                    • De woedende man is afgekoeld .
                      iemand die woedend was, wordt kalmer
                    • 5
                      iets relatie koelt af
                      • relatie
                        • Maar die relatie is de voorbije maanden sterk afgekoeld .
                      • verhouding
                        • De toch al niet zo warme verhoudingen tussen de bouwers koelden verder af .
                          iets wordt minder intens of hartelijk
                        • 6
                          iets of iemand koelt iets af
                          • ijs
                            • Het ijs koelt de temperaturen af .
                          • kleren
                            • De natte kleren koelen het lichaam enorm af .
                          • oceaan
                            • Als de oceanen niet dagelijks de atmosfeer zouden afkoelen , was het door het broeikaseffect al lang onleefbaar geworden op aarde .
                          • water
                            • Doordat het water de gassen afkoelt , condenseren ze als bruikbare brandstof .
                            • atmosfeer
                              • Als de oceanen niet dagelijks de atmosfeer zouden afkoelen , was het door het broeikaseffect al lang onleefbaar geworden op aarde .
                            • brandwonde
                              • De jongeren leren onder meer een brandwonde afkoelen , een bloeding onder controle houden met een drukverband , reanimeren en defibrilleren .
                            • huid
                              • Dit koelt de huid snel af en heeft daardoor een verdovende werking .
                            • lichaam
                              • De natte kleren koelen het lichaam enorm af .
                            • temperatuur
                              • Het ijs koelt de temperaturen af .
                              iets of iemand maakt iets koeler
                            • 7
                              iemand koelt iets economie, markt af
                                  • economie
                                    • Maar dit soort maatregelen botst op de noodzaak de al hete economie af te koelen .
                                  • markt
                                    • Maar de enige manier om de markt echt af te koelen, is bijbouwen .
                                    iemand maakt iets weer rustiger na te snelle groei en sterke prijsstijgingen
                                  • 8
                                    iemand koelt zijn woede af op iemand
                                        • woede
                                          • De Rotterdamse fans koelden hun woede af op de ‘ overloper ’ , die met Feyenoord in 1970 de Europa Cup en de wereldbeker had gewonnen .
                                            iemand reageert zijn woede af (op iemand)
                                            • De Rotterdamse fans koelden hun woede af op de ‘ overloper ’ , die met Feyenoord in 1970 de Europa Cup en de wereldbeker had gewonnen .
                                            • (meer voorbeelden)